Coach Hendrie Platjes en zijn team RC De Bøk Erin hebben tegenstander RC Raging Bulls met een afgetekende 25-24 overwinning aan de zegekar gebonden. De eerste overwinning voor de Bøkers in ruim tien jaar kelderklasse-rugby. En dat dankzij het even verrassende als flamboyante optreden van de jonge Prop Gijs, die als gelegenheids-Fly-half gehakt maakte van de beduusde Bulls. Logisch dat coach Platjes zijn uitblinker na de wedstrijd voor een uitzinnige meute Bøkers wil uitroepen tot Man of the Match. Maar Gijs blijkt spoorloos verdwenen.

“Weg?”, stamelde coach Platjes. “Waar is-ie dan?” Iedereen keek om zich heen. Het bouwval clubhuis van RC De Bøk Erin had een unieke bouwtechnische constructie, waardoor het mogelijk was om vanuit het clubhuis een nagenoeg 360° visuele inspectie uit te voeren van het volledige complex. Gijs was nergens te bekennen. Zijn rugbytas was weg. Zijn nummer schakelde direct naar voicemail. Navraag leerde dat zelfs zijn moeder niet wist waar hij was.
De eerst zo uitgelaten stemming bij RC De Bøk Erin sloeg om in lichte paniek. Wings Froufrou en Tinkerbel vlogen elkaar schreiend in de armen. De gebochelde Hooker Harm ‘Quasi Mojo’ Haak zocht onder alle kastjes, terwijl Lock Hansi, die ooit in de Efteling een ‘staredown’ had gewonnen van Langnek, juist óp het meubilair speurde – al was de kans klein dat Gijs zich daadwerkelijk op één van beide plekken bevond. De sfeer werd zelfs even grimmig toen Scrumhalf KFT argwanend opperde dat Raging Bulls verantwoordelijk waren voor de verdwijning van Gijs.
Vanuit psychologisch perspectief was het interessant om te zien hoe de diverse persoonlijkheden verschillend reageerden op dat gegeven. Terwijl coach Henrie Platjes bijvoorbeeld probeerde om, op basis van harmonie en wederzijds respect, met Raging Bulls een constructieve dialoog te voeren, koos Prop Rocco juist voor een heel andere, meer directe aanpak, die vaag deed denken aan een mengeling van bowlen, betongieten en het plat bulldozeren van een woonwijk. Opeens deed de stem van Kale Nel van de administratie de scene bevriezen.
“Ja hallo? Politie?” De andere kant van de lijn antwoordde kennelijk bevestigend, want Kale Nel vervolgde: “Er is iemand vermist. Kleine Gijsje is kwijt. Kunnen jullie iemand sturen?” Kale Nel luisterde aandachtig en knikte toen: “Oké!” Met haar hand op de hoorn legde ze uit: “Ze bellen nu hun beste inspecteur.” Iedereen in het clubhuis wachtte ademloos af. In de doodse stilte klonk plotseling een ringtone.
Jan-Julius Bokkepoot
(wordt vervolgd)